Mind the gap
"Lastige kinderen zijn de paarden van de familie*"...
“Lastige kinderen zijn de paarden van de familie”... … hoor ik Ruud Knaapen in de podcast ‘De wijsheid van de kudde’ met Kees van Den Bosch zeggen*. En dat raakte me zo intens diep! Hoe mooi kan je iets formuleren? Hoe waardevol en verhelderend kan de aanwezigheid van deze ‘lastige kinderen’ zijn door het op deze manier te stellen? Want hoe makkelijk is het om de oorzaak, de schuld bij het individuele kind te leggen? Hoe snel hebben we een oordeel klaar, of een label, en kijken we niet naar het systeem? Het kind moet leren zijn/haar gedrag aan te passen, of moet begeleid worden of krijgt eventueel medicijnen voorgeschoteld. En dat kan allemaal wel terecht zijn, maar er is meer dan dat, er kàn meer dan dat. Zo vertelt Knaapen dat hij van kindsbeen af al erg gevoelig was voor wat hij ‘systeemdruk’ noemt. Hij merkte op wat niet zichtbaar was, wat zich bij wijze van spreken ‘onder de tafel’ afspeelde. Bovendien had hij het moeilijk om het onderscheid te maken tussen wat onder de tafel hoort en wat boven de tafel. Soms werd de systeemdruk zo groot, dat hij op een bijna dwangmatige manier de druk eraf haalde door lastig gedrag te stellen. Bijvoorbeeld door tijdens het kerstfeest dat omhuld werd door een deken van ‘hier mogen absoluut geen conflicten zijn, hier mag enkel vrede heersen’ in de open haard te gaan plassen. De systeemdruk werd al enkele dagen voor het feest opgevoerd, waardoor het plots te veel werd. Iedereen boos op de kleine Ruud, het lastige kind… en de rest kon verder in vrede samenzijn. Klaar! Volgens mij zijn heel wat hoogbegaafde mensen in die zin ook de paarden van de familie, het systeem, de school of de organisatie waarin ze werken. Vaak hoor ik cliënten vertellen over hoe ze zich ‘de tegendraadse’ van het bedrijf voelen, het betweterige lastige kind waren, de rebelse puber, de ‘pain in the ass’ van menig groepsgebeuren. Of ze hadden al erg vroeg geleerd om maskers op te zetten, te pleasen en internaliseerden hun eigen beschuldigingen, als ‘wat is er mis met mij’? Laat me er even het Delphi-model** bij halen. In dit model wordt hoogbegaafdheid in zijn totaliteit beschreven. Dus naast het ‘denken’, worden ook het ‘zijn’ en het ‘voelen’ meegenomen, en de wisselwerking met de omgeving. Voor een uitgebreide beschrijving verwijs ik graag naar de referenties onder de afbeelding. Maar in het kort: veel hoogbegaafden hebben bepaalde individuele kenmerken (zoals rijk geschakeerd gevoelsleven, hoogintelligentie, hang naar autonomie), maar ervaren ook gelijkaardige elementen in de wisselwerking met hun omgeving. Zo zijn de meeste hoogbegaafden gedreven, nieuwsgierig, scheppingsgericht en hoogsensitief. Overgoten met een sausje van ‘creatief, snel, complex en intens’ wordt dit geheel nog eens extra op scherp gesteld. Vaak voelen hoogbegaafde mensen zich onbegrepen door de omgeving. Dat dit ook door hun eigen snelheid, intensiteit en dergelijke komt, wordt nogal eens over het hoofd gezien. Ze staan er niet bij stil dat er misschien stappen overgeslagen werden en de omgeving hierdoor ook niet kàn volgen. Daarnaast wordt elk onuitgesproken signaaltje waargenomen, vaak onbewust. Nog voor er woorden aan gekleefd kunnen worden, wordt dit al door de filter van ‘rijk geschakeerd voelen’ gedraaid en komt er ook in de persoon zelf weer een dynamiek op gang. Ook paarden reageren heel erg op onderliggende vibes. Ze moeten wel. Als prooi- en kuddedieren is het voor hen levensnoodzakelijk om elk signaaltje te kunnen capteren en er (liefst adequaat) op te reageren. Deze hooggevoelige wezens merken elke vorm van incongruentie (hoe onschuldig ook) op en stemmen zich er op af. En als de druk te groot wordt, treedt het overlevingsmechanisme in werking. Net als paarden voelen veel hoogbegaafde mensen pijlsnel aan wanneer er ergens een incongruentie voorkomt, of er onder de gesproken taal een ‘onder de tafel -vibe’ aanwezig is. En daar reageren ze bijna instinctief op. En dat kan alle kanten uit. Gedreven door een sterk rechtvaardigheidsgevoel of te snel denken of reageren kan dit leiden tot weerwerk, tegendraadsheid, te directe of ongepaste opmerkingen, rebellie en noem maar op. Maar evenzeer trekt men zich net terug, denkt er het zijne van of begint net te twijfelen aan eigen gevoelens. Hoe dan ook, zoals de Sint binnenkort (waarschijnlijk) zal beamen: er zijn geen stoute kinderen (dit jaar). Disclaimer: de uitzonderingen bevestigen natuurlijk wel de regel ;) * Podcastserie van René Schoone ‘ De Wijsheid van de kudde’: Ruud Knaapen en Kees van Den Bosch, afl. 1 ** M.B.G.M. Kooijman - Van Thiel, Hoogbegaafd! Dat zie je zo! Over zelfbeeld en imago van hoogbegaafden. OYA Productions, 2008
De examen - periode
Net als de winter, is ook de examenperiode weer in aantocht. Voor sommigen een 'fluitje van een cent', voor anderen 'de hel'. En dat is voor hoogbegaafde studenten niet anders.
Men durft er al eens verkeerdelijk van uit gaan dat hoogbegaafde studenten een streepje voor hebben.
En ja, een hoge intelligentie kan helpend zijn.
Maar daarnaast zijn er nog vele andere factoren die de kans op slagen voor examens mee bepalen. En daar wringt voor heel wat hoogbegaafde studenten het schoentje.
Let's talk about de 'executieve functies', bijvoorbeeld.
Om doelen of resultaten te kunnen behalen heb je naast intelligentie ook andere functies nodig, zoals organisatie; planning en prioritering; tijdsmanagement; werkgeheugen; taakinitiatie; metacognitie; cognitieve flexibiliteit; impulscontrole en reactie-inhibitie; emotieregulatie; volgehouden aandacht en doelgericht doorzettingsvermogen.
Voor een aantal hoogbegaafde kinderen is het zo dat zij tijdens hun lagere schoolcarrière zonder veel te moeten werken hoge scores behalen. Het blijft hierbij dan vaak onopgemerkt dat deze kinderen op de golven van hun intelligentie surfen, maar eigenlijk niet of onvoldoende 'leren leren', of hun executieve functies ontwikkelen. Pas vele jaren later botsen ze dan tegen hun eigen grenzen.
Voeg hier nog wat faalangst en perfectionisme aan toe en we krijgen de ideale cocktail om in het straatje van 'onderpresteerder' te belanden. De lijn tussen uitstelgedrag, faalangst en (al dan iet vermeend) je-m'en-foutisme wordt dan flinterdun, er zit amper stretch op.
Maar... goed nieuws: hier kan aan gewerkt worden!
Naast het aanleren van studiemethodieken en plannen, kunnen we bekijken welke executieve functies nog wat ontwikkeling en oefening kunnen gebruiken, aan welke vaardigheden de student wil werken om zich door al die leerstof te murwen en brengen we in kaart welke energiegevers en -vreters een rol kunnen spelen om deze samen met talenten in te zetten om gemotiveerd te kunnen blijven.
Rouw na de ‘diagnose’ hoogbegaafdheid
Hoe vaak hoorde ik cliënten die op volwassen leeftijd de ‘diagnose’ hoogbegaafdheid kregen, zeggen dat ze hier heel dubbele gevoelens over hebben. Niet alleen kunnen ze dit dikwijls niet geloven, heel wat cliënten voelen - ook naast een mogelijke trots of gevoel van rust omdat puzzelstukken in elkaar vallen- een zekere tristesse. Ze kunnen dit soms moeilijk plaatsen, want ‘word ik niet geacht content te zijn’ of ‘ik weet het, het is een luxeprobleem, ik mag niet klagen’.
Wanneer ze zich dan op kousenvoeten een beetje durven ‘outen’ tegenover hun omgeving, krijgen ze soms reacties die, hoe klein en goedbedoeld ook, oude wonden kunnen openmaken.
“ Jij hoogbegaafd?? Nooit iets van gemerkt <winkwink>” en met de mantel der kwinkslag wordt dit weggelachen. En ze lachen groentjes mee, terwijl microtrauma’s misschien terug de kop opsteken. Want het klinkt voor sommigen vreemd, maar je wil ze niet te eten moeten geven, de hoogbegaafden die zich dom voelen.
Of nog eentje:
“Komaan, stel je niet aan! Hoogbegaafd zijn is toch net positief, je bent een echte slimpie, dus waar treur je dan om? Er zijn ergere dingen in het leven”
Maar JA, je mag treuren om je 'diagnose'!
Want:
-
The basic: gevoelens hebben altijd bestaansrecht, ook droevige en boze, allemaal welkom. Punt.
-
Uiteraard zijn er veel positieve punten aan HB, maar als je pas op volwassen leeftijd de diagnose kreeg, blik je terug op je voorbije leven en eventueel de bijhorende struggles. Als vanzelf komen reflecties als “ hoe had het anders kunnen lopen, mocht ik hierin begeleid, en op een gepaste wijze ondersteund geweest zijn. Hoeveel ‘schuld’ en zelfverwijten heb ik op mezelf genomen? Hoe vaak heb ik me de ‘dommerik van de bende’ gevoeld? In welke mate is dat gaan vreten aan mijn zelfvertrouwen? Hoe heeft dit mijn levenspad en loopbaanpad bepaald? Hoe had ik het liever anders gewild? Was ik dan toch niet die ‘immer malcontente kleine’, die ‘eindeloze betweter’, dat ‘tegendraadse kind’.... Wow, zitten er achter al deze eigenschappen werkelijk kwaliteiten?! Had ik maar…”
-
En ja, er zijn ergere dingen in het leven. Altijd. Maar mogen we alleen treuren om dat enige allerallergste ding in de wereld? Wie gaat daar dan criteria voor bepalen? Leven met een deel van je identiteit dat niet gekend kon zijn, kan wel degelijk zwaar aanvoelen. En dat is een vorm van rouwen om dat ongeziene, niet-erkende deel van jezelf. Maar ook misschien van de pijn herbeleven van dat negatieve zelfbeeld dat binnengeslopen is en het gevoel van ‘fout’ te zijn en als het ware de schuld van je eigen struggles.
Pas als er ook mag gerouwd worden, ook de negatieve gevoelens geïncludeerd kunnen worden, is de weg naar groei en aanvaarding ten volle open.
Wil dit zeggen dat iedereen dit patroon doormaakt?
Uiteraard niet! Er zijn heel wat hoogbegaafde volwassenen die hier geen treurnis of andere negatieve gevoelens bij ervaren, net als er velen ook weinig belemmering van hun hoogbegaafdheid voelen.
Maar àls er verdriet of boosheid naar boven komt, weet dan dat dit dik OK is!
Je kind is hoogbegaafd! En jij?
Er kunnen verschillende aanleidingen zijn om een IQ-test bij kinderen te laten afnemen. Zo ook bij jouw kind. En wat blijkt: jouw kind is hoogbegaafd. Als ouder ben je misschien niet vertrouwd met het thema. Je hoorde wel eens dat dit over een hoog IQ gaat, maar dat het veel meer is dan dat, daar was je (mogelijks) niet van op de hoogte. Je verdiept je in de materie, om op die manier je kind beter te begrijpen enerzijds en anderzijds om ook zelf handvatten aangereikt te krijgen om op een gepaste manier om te gaan met dit bijzondere mensje. Wat je echter niet verwacht, is dat je door steeds meer over dit ‘label’ te weten, je ook meer het gevoel hebt dat dit eveneens over jou gaat. Aanvankelijk veegde je deze gedachte nog van tafel: “‘dat zijn misschien kenmerken waar de meeste mensen zich in herkennen, het hoeft geen teken van hoogbegaafdheid te zijn” of “nee, dat kan niet! Mijn schoolcarrière was immers niet om over naar huis te schrijven, zo slim zal ik dan wel niet zijn ‘ of “onmogelijk, ik voel me vaker dom dan slim” of…. En toch! Je leest verder, volgt webinars, masterclasses en steeds meer puzzelstukjes vallen op hun plaats. Eigenlijk wéét je diep vanbinnen dat het wel eens waar kan zijn, maar uitspreken naar buitenstaanders? Nee, “dat zou maar al te arrogant zijn. Wat denk ik wel over mezelf? En bovendien, het gaat hier niet over mij, maar over mijn kind”. Jezelf laten testen? Torenhoge drempel! “En wat als de resultaten toch tegenvallen? Hoe ga ik daar dan mee omgaan? Ik ga me schamen, mijn zelfbeeld zal misschien in duigen liggen…” Maar weet je… wel of niet laten testen is misschien niet de kwestie. Wat wel belangrijk is, is dat je door puzzelstukjes in elkaar te zien vallen, je jezelf beter leert kennen. Of je nu officieel hoogbegaafd bent of je herkent je in veel kenmerken van hoogbegaafdheid, eigenlijk hoeft dat niet zo’n verschil te maken. Voor kinderen is dat uiteraard anders, door een officieel label te krijgen, kunnen er ook op school bijvoorbeeld aanpassingen doorgevoerd worden. Bij volwassenen speelt dit minder een rol. Door met jezelf aan de slag te gaan, de hoogbegaafdheidskenmerken voor jezelf beter te kunnen kaderen enerzijds, maar anderzijds ook je unieke innerlijke kompas terug te kunnen vinden en beiden aan elkaar te koppelen, dàt maakt het verschil! Op die manier kan je ten volle in je eigen kracht gaan staan, keuzes maken die veel beter bij je passen en dus ook langer vol te houden zijn (bijvoorbeeld op werkvlak), de beste versie van jezelf worden. Wil je dit graag in jouw eigen bubbel en op eigen tempo ontdekken, dan is mijn onlinetraject voor (vermoedelijk) hoogbegaafde volwassenen een ideale insteek. Je komt heel wat te weten over de theoretische achtergrond van hoogbegaafdheid, maar daarnaast zijn er tal van oefeningen die je naar je eigen innerlijke kompas en/of vuurtoren leiden. Dé hoogbegaafde bestaat immers niet, iedereen heeft zijn eigen unieke code.
Mind the gap,
find the bridge
Over paarden en hoogbegaafden
Veel hoogbegaafde mensen hebben het gevoel anders te zijn, ‘de rare’, er niet bij te horen. De kloof tussen hen en de omgeving lijkt soms erg groot. Bovendien voelen ze zich vaak onbegrepen wanneer ze ongewild, onbedoeld en zonder het zelf te weten ongeschreven sociale regels hebben overtreden. De angst om afgewezen te worden, mondt vaak uit in een zoektocht naar ‘how to fit in’. Ondanks dat de meeste hoogbegaafden ‘authenticiteit’ als erg belangrijke waarde koesteren, overschaduwt de nood om erbij te horen. Velen proberen in te schatten hoe neurotypische mensen uit hun omgeving leven, wat ze verwachten en trachten vervolgens hieraan te voldoen. Maskers worden gecreëerd en opgezet en het bijhorende impostersyndroom wordt een trouwe metgezel. Alsof dat nog niet genoeg is, zorgt dit copingmechanisme er ook nog eens voor dat de kloof nog groter wordt. In de eerste plaats de kloof met jezelf als hoogbegaafde, want hoe langer je met een masker op leeft, hoe verder je van jezelf verwijderd raakt. Maar ook de kloof tussen de hoogbegaafde en de (neurotypische) omgeving wordt doorgaans groter, dieper of duidelijker. Anderen voelen immers dat er iets niet klopt, dat er een incongruentie in de persoon huist. En tenslotte worden ze ook niet gecapteerd door gelijkgestemden, aangezien deze de hoogbegaafde authentieke persoon achter het masker niet kunnen zien. Mind the gap, find the bridge Om de brug naar de omgeving te kunnen vinden, is het belangrijk eerst de kloof te erkennen: mind the gap. Hoogbegaafdheid wordt in de volksmond vaak onterecht beperkt tot ‘hoogintelligent’. Dit is echter maar een deeltje van de puzzel. Hoogbegaafdheid is veel meer dan dat. Het Delphimodel (Kooiman- Van Thiel, Hoogbegaafd. Dat zie je zó. OYA productions, 2008) is een overzichtelijk model om dit te illustreren. Naast het ‘denken’ (vb hoogintelligent), spelen ook ‘zijn’ (vb autonoom) en ‘voelen’ (vb rijkgeschakeerd) een even belangrijke rol. Hoogbegaafden verwerken informatie op een heel andere manier dan neurotypische mensen, ze hebben kortweg een andere bedrading in de hersenen. En dan is er nog de wisselwerking met de omgeving: hoogbegaafde mensen zijn doorgaans nieuwsgierig, gedreven en scheppingsgericht. Daarnaast voelen ze vaak feilloos zaken uit de omgeving aan (hoogsensitiviteit). En dit alles wordt overgoten met een sausje van ‘complex, snel, creatief en intens’. Een tweede element richting ‘brug’ is je unieke code kraken. Iedereen heeft zijn eigen handleiding: wie ben je, wat zijn je kerntalenten, welke zet je graag waar in, valkuilen, patronen, waarden, wat geeft/vreet energie…? Maar ook: wat heb je nodig van je omgeving om optimaal te kunnen functioneren volgens je eigen code? Behalve deze code kénnen, is het ook erg belangrijk om ze te eren, waarderen en er zo goed mogelijk naar te leven, je kwaliteiten inzetten op een geschikte manier en/of in de juiste omgeving. Het is als het ware in kaart brengen wat de vuurtoren van jouw unieke levenspad is en deze steeds in het vizier houden. Tot slot is ook contact met gelijkgestemden erg helpend. Een plaats waar je all the way jezelf kan zijn, waar je niet raar, te snel, te intens of een andere ‘te’ gevonden wordt. Dit helpt om meer in jezelf te geloven, zodat je de plaats durft in te nemen die voor jou bestemd is. Hierdoor is het niet alleen mogelijk om authentieker in het leven te staan, maar zorgt er ook voor dat door meer in je kracht te kunnen blijven staan, het contact met de (neurotypische) omgeving vlotter verloopt.
Wanneer mensen hulp zoeken bij een therapeut of coach, dan kunnen we doorgaans veronderstellen dat er ergens een struggle (groot of klein) gaande is. Ervan uitgaande dat men niet voor de lol therapie of coaching volgt… Bij hoogbegaafden is dat uiteraard niet anders. Hiermee wil ik nog even benadrukken dat heel veel (vermoedelijk) hoogbegaafden ook helemaal niet worstelen met hun ‘label’ en het niet als een last ervaren. Dit gezegd zijnde, heb ik het hier over deze mensen die dus wel op een punt gekomen zijn dat ze even hulp nodig hebben om één of andere knoop te ontwarren. Voor een aantal onder hen is gesprekstherapie of coaching waarbij er voornamelijk op het cognitieve gefocust wordt niet toereikend genoeg. Uiteraard halen ze er inzichten en tips uit, maar om allerlei redenen blijven ze desondanks tegen dezelfde belemmeringen aanlopen. Enerzijds kan het zijn dat wanneer we ons in een stress situatie bevinden, eigenlijk voornamelijk ons overlevingsmechanisme in werking treedt, waardoor de toegang tot de cognitieve oplossingen minder of niet voorhanden is. Voor heel wat hoogbegaafde mensen is het bovendien zo dat hun hoofd hoe dan ook overuren draait. Velen reflecteren, analyseren en rationaliseren er op los, maar blijven in een rondje draaien. Daarnaast zijn er enkelen die de therapeut of coach simpelweg onder tafel praten of onbewust om de tuin leiden wanneer ze een pijnlijker deeltje in zichzelf naderen. Voor deze hoogbegaafden kunnen andere coachingstrajecten heilzaam zijn, zoals daar is: paardencoaching. Even over de paarden. Paarden zijn prooidieren en kuddedieren. Als prooidier is het levensnoodzakelijk dat zij altijd ‘aan’ staan en elk signaaltje uit de omgeving dat bedreigend kàn zijn oppikken. Er is geen tijd om eindeloos te analyseren, want tegen die tijd zijn ze opgevreten door één of ander roofdier. Als kuddedieren moeten ze dan ook extreem goed op elkaar afgestemd zijn. Het overleven van het individu is afhankelijk van de kudde. Ze moeten bijgevolg hun kuddegenoten voortdurend monitoren. Wanneer we als mens het veld van de kudde betreden, worden we evenzeer als nieuw lid van de kudde beschouwd. Ze scannen ons als nieuw kuddelid om na te gaan of we veilig genoeg zijn en hoe we kunnen samenwerken. Het minste geringste waarover ze twijfelen kan ervoor zorgen dat ze toch nog wat op een afstand blijven. Veel stress, teveel in het hoofd en te weinig in het hart, maskers… het kunnen allemaal redenen zijn om niet meteen de verbinding aan te durven gaan. Het mooie echter aan paarden is dat zij niet oordelen en dat ze in het hier en nu leven. Wat de reden van het onveilige gevoel ook is - het kan ook ons eigen overlevingsmechanisme zijn- ze veroordelen ons niet als persoon. Bovendien veranderen ze heel snel hun houding als zij wel meer congruentie en veiligheid voelen. Een aantal voordelen van coachen met paarden: De aanwezigheid van dieren, heeft voor veel mensen een rustgevend effect. Meer rust betekent ook meer leerpotentieel. Paarden leven in het hier en nu, daar kunnen we wel wat van leren. Voorwaarden om tot een geïntegreerde verandering te kunnen komen zijn verbinding en veiligheid. Veel hoogbegaafden zijn dit door hun gevoel van ‘anders zijn’ vaak wat kwijtgespeeld. Door het niet-oordelend talent van paarden, wordt dit gefaciliteerd. Bovendien is het heel veilig om nieuwe gedragspatronen met hen te oefenen. Je ziet ook meteen het resultaat, want paarden geven directe feedback. Het is een ervaringsgerichte methode, dus meer uit het hoofd en in het gevoel. Het includeren van je gevoel, dat ook zijn bestaansrecht heeft, kan bepaalde veranderingen teweegbrengen die minder mogelijk zijn wanneer men blijft vanuit het hoofd dingen verklaren en trachten aan te passen. Heel wat hoogbegaafden zijn beelddenkers. Om specifiek enkele opstellingen visueel voor je te zien, kan dit makkelijker blijven hangen of duidelijkheid verschaffen. Patronen worden op die manier heel erg in beeld gebracht. Ook de driehoek coachee - paard - coach is een belangrijk element. Door gade te slaan hoe de relatie tussen de coach en de paarden is, kan er meer vertrouwen groeien tussen coachee en coach. Sommige hoogbegaafden hebben deze tussenstap nodig om terug wat vertrouwen met een ander mens toe te laten.